Vanaf 1 januari 2023 treedt er een belangrijke wijziging in werking. De inkomstenbelasting over de inkomsten uit spaargeld en beleggingen verandert dan. Dit noemen we ook wel de belastingheffing over je vermogen in box 3. Als je bezittingen minus je schulden meer bedragen dan € 57.000 (voor partners € 114.000) dan betaal je daarover belasting.
Hoe werkt de belastingheffing over vermogen nu precies?
De belastingheffing in box 3 berekent de belastingdienst op basis van een fictief inkomen. Dit inkomen bedraagt vanaf 2023 6,17% van je bezittingen. Voor spaargeld bij een bank (betaal- of spaarrekening) geldt een uitzondering. Daarvoor bedraagt het fictieve inkomen waarschijnlijk 0,01%. Voor schulden mag je een fictieve rente rekenen. Vooralsnog bedraagt het percentage 2,46%. De percentages worden in februari 2023 definitief bekend gemaakt.
Over het fictieve inkomen betaal je 32% belasting.
Voorbeeld
Karel en Marianne hebben een spaarrekening waar op 1 januari 2023 € 214.000 staat. Ze hebben twee dochters en hebben aan iedere dochter € 250.000 uitgeleend tegen een rente van 0,75%. Karel houdt alle aandelen in KaMa beheer B.V. Hij heeft nog een schuld van € 200.000 aan de BV. Hierover betalen zij 0,5% rente aan de B.V.
Karel en Marianne berekenen hun fictieve inkomen als volgt. Ik licht de berekening hieronder nader toe.
Vordering en schuld in box 3 | Bedrag | Belasting | |
Spaarrekening 0,01% | € 214.000 | € 21 | |
Rendement vorderingen 6,17% | € 500.000 | € 30.850 | |
Schulden 2,46% | € 200.000 | -€ 4.920 | |
Box 3 inkomen | € 25.930 | ||
Vrijstelling 5,04% | -€ 5.746 | ||
Belast inkomen | € 20.184 | -€ 6.459 |
Over het spaargeld is het fictieve inkomen 0,01% dus € 21. Over de leningen aan hun dochters moeten ze een rendement van 6,17% rekenen. Dat is dus € 30.850 fictief inkomen. Voor de schuld mogen ze € 4.920 (2,46% van € 200.000) van het fictieve inkomen als rente aftrekken. Per saldo bedraagt hun inkomen in box 3 dus € 25.930. Dat komt neer op afgrond 5,04%. Hun vrijstelling bedraagt € 5.746 (5,04% van € 114.000). Ze moeten dus over € 20.184 (€ 25.930 – € 5.746) inkomstenbelasting betalen. Het tarief bedraagt 32%. Zij krijgen dus een belastingaanslag over hun vermogen van € 6.459.
Hun opbrengst bedraagt netto € 3.342. Dat is de ontvangen rente verminderd met de belastingheffing over de rente die Karel aan zijn BV betaalt.
Ontvangen rente | € 3.750 |
Betaalde rente lening BV | -€ 1.000 |
Opbrengst rente privé (na VPB/IB) | € 592 |
€ 3.342 |
Per saldo houden zij dus € 3.342 -/- € 6.459 = € -3.117 over.
Hoe bespaar je belasting?
De peildatum is 1 januari 2023. Het advies is dan simpel: zorg ervoor dat je op 1 januari geen vermogen of alleen spaargeld hebt. Dat kun je doen door gebruik te maken van de fiscale regels. Graag geef ik je twee voorbeelden.
Vermogen van box 3 naar box 2 brengen en bespaar ruim € 5.000 aan belasting
Karel en Marianne kunnen de vordering op hun dochters aan KaMa beheer B.V. verkopen. Ze moeten dan de vordering aan de vennootschap overdragen. Dat gaat juridisch met een akte van cessie. Ze hebben dan een vordering van € 500.000 op hun BV. Dat zouden ze kunnen verrekenen met hun schuld van € 200.000. Het restant van de vordering kunnen ze als kapitaal op de aandelen storten (agio). Ook kunnen ze de vordering aanhouden. Deze vordering is dan belast in box 1.
Na deze transacties hebben zij geen vermogen in box 3 meer. De vennootschap ontvangt de rente (€ 3.750) en na betaling van vennootschapsbelasting en inkomstenbelasting houden Karel en Marianne netto € 2.220 over.
In de huidige situatie betaalden zij per saldo € 3.117. Na de besparende maatregelen houden zij € 2.220 over. Zij bereiken met deze stappen dus een belastingvoordeel van € 5.337. Zij moeten dan vóór 1 januari de vorderingen overdragen aan de BV, de schuld daarmee aflossen en het meerdere als kapitaal storten.
Leen (tijdelijk) van je BV en bespaar meer dan € 3.000 belasting
We blijven even bij Karel en Marianne. Ze dragen nu niets over, maar Karel leent op 1 december 2022 € 700.000 van zijn BV. Het geld zet hij op een privé spaarrekening. Hij spreekt met zijn BV af dat hij 1% rente vergoedt. Doordat Karel en Marianne nu op 1 januari 2023 een schuld van € 900.000 hebben is hun belastingheffing ruim € 4.000 lager. Stel dat Karel de lening op 1 april aflost. Hij moet dan wel 1% rente (€ 2.333) aan zijn BV vergoeden. Hij heeft dus een voordeel van € 1.667. Omdat hij de rente aan zijn eigen BV betaalt, kan hij deze rente na belastingheffing als dividend uitkeren. Per saldo betaalt Karel dan alleen de belasting over de rente. Deze heffing bedraagt € 952. Per saldo besparen Karel en Marianne dus ruim € 3.000.
Kom tijdig in actie en let op de fiscale spelregels
Het is al december en het nieuwe jaar nadert snel. Als je van een fiscale besparing gebruik wilt maken zal je dus in actie moeten komen. Vraag je adviseur gerust om hulp. Er zijn natuurlijk fiscale spelregels waar je rekening mee moeten houden. Zo is peildatumarbitrage verboden. Met dat begrip doelt de wetgever op iemand die zijn vermogen op 1 januari even “omzet” in spaargeld. Stel dat je eind december je effecten (tarief 6,17%) verkoopt en het geld op een spaarrekening (tarief 0,01%) zet. Je koopt in januari je effecten weer terug. Voor de belastingheffing moet je dan doen alsof de effecten er nog zijn. Je hebt dan namelijk peildatumarbitrage gepleegd. Dat is niet aan de orde als er minimaal drie maanden tussen de verkoop en de terugkoop liggen. Naast deze bijzondere nieuwe bepaling kunnen ook andere fiscale regels van belang zijn. Laat dat geen belemmering zijn om van de besparing te profiteren.