Als de bladeren van de bomen vallen ontstaat van nature de behoefte om te schenken. Dat zorgt aan het einde van het jaar voor nog een belastingvoordeel. Dat is immers de bedoeling en vaak ook de overtuiging. Toch pakt het in de praktijk wel eens anders uit. In het ergste geval ontstaat er zelfs een belastingnadeel. In deze bijdrage lees je hoe je fiscaal optimaal kunt schenken en waar je op moet letten.

Ouders mogen aan hun kinderen jaarlijks een belastingvrije schenking doen. Voor 2021 is deze vrijstelling eenmalig met € 1.000 verhoogd. Deze vrijstelling schenkbelasting bedraagt in 2021 daarom € 6.604. Met het maximaal schenken van de vrijstelling kan weinig misgaan. Goedbedoelende ouders moeten natuurlijk wel op het totale vermogen van hun kind letten. Als dat door de schenking boven de vermogensgrens voor toeslagen komt dan ontstaat er een nadeel. Zo bedraagt de drempel voor de huurtoeslag voor 2021 € 31.340. Het gaat om het vermogen dat het kind per 1 januari heeft. Voor 2022 zal de drempel ongeveer gelijk zijn.

Opa’s en oma’s kunnen ook naar hartenlust belastingvrij schenken. De kleinkinderen hebben in 2021 namelijk ieder een vrijstelling van € 3.244. In 2022 is dat weer een kleine duizend euro minder.

Om te kunnen schenken, moet je natuurlijk wel geld beschikbaar hebben. Zit je vermogen in je woning, dan is het moeilijker om te schenken. In het verleden waren schuldigerkenningen populair. In een notariële akte legden de ouders vast dat ze hun kind een schenking deden, maar bleven dat aan het kind schuldig. Feitelijk was het een schenking op papier. Naast de notariële akte vereist de fiscale wetgeving dat de ouders jaarlijks 6% rente aan hun kind vergoeden. Dit moeten ze ook daadwerkelijk betalen. Als dat niet is gedaan, dan telt het bij een overlijden voor de belastingheffing niet als schuld van de nalatenschap mee. De akte (en de notariskosten) zijn dan voor niets geweest.

Er zijn meer situaties waarbij schuldigerkenningen geen nut hebben. Neem Bert en zijn twee dochters. Hij heeft een prachtige woning met een WOZ-waarde van € 720.000. Verdrietig genoeg is zijn vrouw enkele jaren geleden overleden. Zij had een fiscaal langstlevende testament. Bert aast altijd op fiscale kansen. Om te voorkomen dat hun dochters later over zijn erfenis 20% belasting moeten betalen, besluit Bert aan iedere dochter € 100.000 te schenken. Omdat hij zoveel geld niet beschikbaar heeft vindt de schenking middels een schuldigerkenning plaats. Over de schenking is iedere dochter 10% schenkbelasting (€ 10.000) verschuldigd. Bert betaalt ieder jaar twee keer € 6.000 rente. Als Bert overlijdt laten de dochters zich over hun fiscale positie informeren. Het blijkt dat zij bij overlijden van moeder een vordering op vader hebben verkregen. De samengestelde rente bedroeg 6%. Het was ruim 20 jaar geleden dat moeder was overleden. De vordering van de dochters is groter dan het vermogen van Bert. Zij hoeven geen belasting te betalen. De goedbedoelde schuldigerkenning heeft € 20.000 belastingheffing gecreëerd.

Voordat je grotere bedragen gaat schenken – en dus schenkingsrecht moet betalen – is het verstandig eerst de hoogte van de toekomstige erfbelasting goed na te gaan. Wat zegt het testament? Wat betekent dat voor de belastingheffing? Een goed fiscaal optimaal schenkingsplan begint dan ook altijd met een berekening van de hoogte van de erfbelasting.

Pas als je weet wat je moet betalen, weet je immers wat je kunt besparen. Ook voor de gulle gevers geldt dus: bezint eer ge begint.

 

Meer artikelen, onder andere over schenken, lezen? Klik hier.