Heb je een stamrecht bedongen bij je eigen B.V. of bij degene die jouw bedrijf heeft overgenomen? Adviseer je over lijfrenten in het kader van bedrijfsopvolging of omzetting van een onderneming in een B.V.-structuur? Hier lees je vijf belangrijke maar vaak onvoorziene gevolgen van lijfrenten. Zorg dat dit jou niet overkomt.
Bij verkoop van je eenmanszaak of Vof kan je fiscaal belaste stakingswinst realiseren. Dit kan zich ook voordoen bij overdracht aan je eigen B.V. (of omzetting eenmanszaak in B.V.). Om de belastingheffing over de stakingswinst te voorkomen kun je bij de koper of je B.V. een lijfrente bedingen. Je stelt de heffing dan naar de toekomst uit. Op het eerste gezicht fiscaal vriendelijk, maar je moet niet vergeten dat de lijfrente daadwerkelijk een verzekeringscontract is. De overnemer treedt daarbij op als verzekeringsmaatschappij en de overdrager is de uitkeringsgerechtigde. Daarom de volgende 5 valkuilen uit de praktijk.
1. Het lang leven risico
Als koper werk je natuurlijk graag mee aan uitstel van belastingheffing. De lijfrente komt in mindering op de koopsom en dat is voor jou als koper prettig. Je moet je wel bedenken dat je gedurende een lange periode uitkeringen aan de verkoper moet doen. In mijn praktijk kom ik situaties tegen waar een levenslange lijfrente is afgesproken. Je bent uiteindelijk na de overname van de onderneming letterlijk nog levenslang verbonden aan de vorige eigenaar. Als deze heel lang leeft, betaal je uiteindelijk zelfs teveel voor de onderneming.
2. Het kort leven risico
Tegenover het lang leven risico is er ook een kort leven risico. Hierin schuilt een risico voor zowel de koper als voor de verkoper. Als de verkoper overlijdt dan eindigen de uitkeringen. De verkoper heeft dan in feite te weinig ontvangen voor de verkoop van de onderneming. Als de verkoper vroegtijdig overlijdt dan heeft de koper een financieel voordeel. Hij hoeft immers geen uitkeringen meer te betalen. De koper heeft wel een fiscaal risico. Hij heeft op de balans van zijn onderneming een voorziening gevormd voor de lijfrente. Deze voorziening valt dan ineens belast vrij ten gunste van zijn winst. Het vroegtijdig overlijden van de lijfrentegerechtigde(n) kan daarmee tot een forse belastingclaim leiden bij de koper. De belastingschuld die de verkoper wilde uitstellen, komt door het vroege overlijden op het bordje van de verkoper.
3. De onverkoopbare onderneming
Het bedingen van een lijfrente bij de bedrijfsopvolger kom ik in de praktijk veel tegen bij de eigen B.V. of bij bedrijfsopvolging binnen de familie. In andere situaties (opvolger is geen familie of B.V.) is het extra opletten. Partijen verbinden zich via een lijfrente nog jarenlang aan elkaar. Zolang het goed gaat met de onderneming hoeft dat geen probleem op te leveren. Als het resultaat van de overgenomen onderneming sterk daalt kan de betaalbaarheid van de lijfrente in het geding komen.
Daarnaast kan de lijfrente tot praktische onverkoopbaarheid van de onderneming leiden. Een volgende koper zal namelijk niet snel bereid zijn de onderneming inclusief de jarenlange lijfrenteverplichting aan de oorspronkelijke ondernemer over te nemen. Vaak is afstorten van de lijfrente bij een professionele verzekeraar dan de enige optie. Daarvoor moet de benodigde liquiditeit beschikbaar zijn. De huidige lage marktrente heeft hierop een zeer nadelige invloed, want deze leidt tot hoge afstortingsverplichting.
4. Lijfrente in de verkeerde B.V.
Bij omzetting van een Vof of eenmanszaak in een B.V. kan de overdrager een lijfrente bedingen. Als je daar gebruik van maakt, moet je de lijfrente wel bij de juiste vennootschap bedingen. In de praktijk zie ik dat dit regelmatig fout gaat. Je moet de lijfrente in principe bedingen bij de B.V. die de onderneming voortzet. Er zijn fiscale goedkeuringen om de lijfrente bij de persoonlijke holding te mogen bedingen. In de praktijk kom ik tegen dat lijfrenten in het verleden bij de “verkeerde” B.V. zijn bedongen. Zo zie ik wel dat dat de lijfrente op de balans van de B.V. staat die de onderneming exploiteert. Dat leidt er toe dat de aandelen in de B.V. moeilijk verkoopbaar zijn. Voor een kopende partij is het niet wenselijk nog jarenlang verplichtingen te hebben jegens de voormalige aandeelhouder.
Daarbij komt dat je een lijfrente die eenmaal is bedongen bij een B.V. niet eenvoudig kunt overdragen naar een andere B.V. Dat is alleen mogelijk als je ook de onderneming mee overdraagt aan de B.V. die de lijfrente overneemt. In andere gevallen is een ingewikkelde en kostbare herstructurering of afstorting van de lijfrente bij een professionele verzekeraar of bankspaarrekening vaak de enige optie. Dan moet de B.V. daarvoor wel het geld beschikbaar hebben.
5. De “lege” B.V.
Stel dat je een lijfrente hebt bedongen bij een eigen B.V. De onderneming van de B.V. is gestaakt of verkocht. Op de balans van de B.V. is enkel nog een lijfrentevoorziening opgenomen. Het geld dat de B.V. had, heb je van je B.V. geleend. Voor jou als aandeelhouder is sprake van een lege B.V. Er gebeurt immers niets in de B.V. en er staat ook geen geld meer op de bankrekening. Het liefst zou je deze B.V. opheffen.
De belastingdienst kijkt met andere ogen naar de B.V. Die ziet een B.V. met bezittingen, namelijk de vordering die de B.V. op jou heeft. En de belastingdienst ziet een lijfrenteverplichting aan de aandeelhouder. De uitkeringen uit deze verplichting zijn (in de toekomst) jaarlijks belast als inkomen bij de aandeelhouder. Opheffen van de B.V. leidt fiscaal tot afrekening ineens over de waarde van de lijfrenteverplichting. Deze afrekening gaat over de zogenaamde commerciële waarde. Deze kan (aanzienlijk) hoger zijn dan de waarde in de jaarstukken. Naast deze aanslag – die je privé moet betalen – krijg je ook nog een extra verhoging (20% revisierente). Ook al is B.V. ‘leeg’, je zult de B.V. misschien wel levenslang aan moeten houden.
Als belastingadviseur kost het mij altijd wat moeite, maar soms is belasting betalen het beste advies. Ik zie in de praktijk dat adviseurs de lijfrente als eenvoudige uitstelmogelijkheid inzetten. Zorg dat je dan de valkuilen kent en meeneemt in je afweging.
Heb je vragen of wil je meer informatie? Neem gerust contact op via info@duijdfiscalisten.nl of via 0481 – 820 998.
Meer artikelen, onder andere over bedrijfsopvolging, lezen? Klik hier.