Ben je vennoot in een Vof of maat in een maatschap? Plan dan je investeringen handig. Dat kan je zomaar een verdubbeling van de investeringsaftrek opleveren. De Hoge Raad heeft dat in dit voorjaar beslist. Na het lezen van deze bijdrage weet je hoe je de aftrek optimaal kunt benutten. Laat geen aftrek liggen en lees snel verder.

Ik zal hieronder kort de werking van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (hierna: Kia of investeringsaftrek) uitleggen. Daarna geef ik met twee concrete voorbeelden aan hoe je de aftrek optimaal kunt plannen.

Als je als ondernemer investeert in bedrijfsmiddelen heb je recht op toepassing van de Kia. Dit geldt zowel voor een eenmanszaak als voor een BV. Aan de hand van een tabel kun je eenvoudig het bedrag van de investeringsaftrek berekenen. Bij een samenwerkingsverband zoals een Vof of maatschap is dat net iets lastiger.

Voor de investeringsaftrek moeten de vennoten of maten uitgaan van de totale investeringen van de Vof/maatschap. Aan de hand daarvan bepaal je welk percentage investeringsaftrek van toepassing is. Ik zal dit met een voorbeeld verduidelijken.


Tabel investeringsaftrek 2020

Investeringsbedrag per jaar Bedrag investeringsaftrek
1e rij Tot € 2.400 € 0
2e rij € 2.400 tot € 58.238 28% van investeringsbedrag
3e rij € 58.238 tot € 107.848 € 16.307
4e rij € 107.848 tot 323.544 € 16.307 -/- 7,56% van investeringsbedrag boven € 107.848
5e rij Meer dan € 323.544 € 0

Voorbeeld
Stel je onderneemt in een Vof met 2 vennoten. Je hebt gezamenlijk binnen de Vof 2020 voor een bedrag van € 110.000 geïnvesteerd. Uitgaande van een gelijk aandeel van de vennoten in de investeringen van ieder € 55.000 zou ieder zonder Vof recht hebben op 28% van € 55.000 = € 15.400 investeringsaftrek per persoon.

Omdat het een samenwerkingsverband is moet je de investeringen samentellen. Je investering is dus € 110.000.  De totale investeringsaftrek bedraagt € 16.144 (€ 16.307 -/- (7,56% x € 2.152)). Hiervan krijgt iedere vennoot 1/2e deel: € 8.072.

In dit voorbeeld hadden de vennoten alleen investeringen gedaan binnen het samenwerkingsverband. Stel dat je naast je investeringen in de samenwerking ook zelf (zakelijk) een laptop hebt gekocht? Dan noemen we dat een investering in je persoonlijke (of buitenvennootschappelijke) onderneming. De berekening valt dan net anders uit. Let nu goed op, want hier kun je met plannen geld verdienen.

De Hoge Raad heeft vastgesteld hoe je deze berekening moet maken. Ik zal dit met een praktisch voorbeeld toelichten. Eerst een eenvoudig voorbeeld. Hier is nog niets te verdienen, maar dit is om te begrijpen hoe de uitzondering werkt.


Rekenvoorbeeld

Investeringen Vof:                                             € 66.000
Investeringen persoonlijke onderneming:         € 54.000
Totale investeringsbedrag:                              € 120.000
Het investeringsbedrag valt dan in de vierde rij van de tabel. De daarbij behorende investeringsaftrek bedraagt € 15.388. De twee vennoten hebben ook nu ieder een gelijk aandeel in de investeringen.

De vennoot in het rekenvoorbeeld heeft recht op zijn aandeel van de aftrek. Dit aandeel bedraagt € 66.000/2 = € 33.000 vermeerderd met zijn eigen investering van € 54.000. Dat leidt dus tot een investeringsaftrek van € 87.000 / € 120.000 x € 15.388 = € 11.156.


Eigen investeringen

Er is een uitzondering op de bovenstaande berekening: als het totale bedrag van de investeringen en het bedrag van de “eigen investeringen” binnen dezelfde rij van de investeringsaftrek vallen. Het begrip “eigen investeringen” van een vennoot bestaat uit de volgende bedragen:
– Investeringen in eigen (buitenvennootschappelijke) onderneming, plus
– Aandeel van de vennoot in de investeringen in het samenwerkingsverband

Als het totaalbedrag van alle investeringen en het bedrag van eigen investeringen in dezelfde rij vallen, mag je het geldende tabelbedrag toepassen.


Rekenvoorbeeld

Vof met twee vennoten
Investeringen Vof:                                             € 90.000
Investeringen persoonlijke onderneming:         € 15.000
Totale investeringsbedrag:                              € 105.000
Dit bedrag valt in de derde rij van de investeringsaftrek (investeringsbedrag tussen € 58.238 en € 107.848). Het bedrag van de eigen investeringen bedraagt € 60.000 (50% van € 90.000 + € 15.000), dus ook dit bedrag valt binnen de derde rij. De vennoot heeft dan recht op toepassing van de maximale aftrek van € 16.307

Zonder de investeringen in zijn persoonlijke onderneming zou de vennoot recht hebben gehad op een aftrek van 50% van € 16.307 = € 8.153. De investering van € 15.000 in zijn persoonlijke onderneming leidt tot een extra aftrek van € 8.153. Had hij de investering een jaar uitgesteld. Als de Vof dan geen investeringen had gedaan, dan was zijn investeringsaftrek € 4.200. Door het goed te plannen en dit jaar te investeren verdubbelt hij zijn aftrek.

Wil je de arresten van de Hoge Raad nog nader bestuderen? Je vindt hier het eerste arrest uit 2019 en hier het arrest uit 2020.