Als je een erfenis ontvangt betaal je daarover erfbelasting. Dit is in de Successiewet uit 1956 bepaald. Voor kleine bedragen geldt een vrijstelling. Als je van jouw partner erft dan geldt een vrijstelling van € 643.194. Voor de belastingheffing is het dus van belang dat de degene van wie je verkrijgt je partner is.

Wanneer ben je nu partner voor de erfbelasting? Natuurlijk zijn echtgenoten (en geregistreerd partners) elkaars partner. Minder eenvoudig is de vraag of samenwoners elkaars partner zijn. Hiervoor gelden een aantal eisen. Ik zal ze kort noemen:

  1. Ze moeten beiden meerderjarig zijn.
  2. Volgens de basisregistratie bij de gemeente moeten ze op hetzelfde adres ingeschreven zijn.
  3. Ze hebben een notarieel samenlevingscontract en zijn op grond van dat contract verplicht voor elkaar te zorgen.
  4. Ze zijn geen bloedverwante in rechte lijn (niet opa, vader, zoon, kleinkind, achterkleinkind van de ander).

Veel mensen die samenwonen zullen aan de bovenstaande voorwaarden voldoen. Als je minimaal zes maanden aan deze voorwaarden voldoet ben je voor de erfbelasting elkaars partner. Mocht je geen notarieel samenlevingscontract hebben, dan is het verstandig om na te gaan of het niet verstandig is alsnog zo’n contract af te sluiten. Sommige pensioenverzekeraars stellen dit als voorwaarde om je partner voor het partnerpensioen aan te wijzen.

Stel dat je al lang samenwoont, je partnerpensioen al geregeld is en je financieel alles met elkaar deelt. Moet je dan voor deze vrijstelling toch een contract laten maken? Dankzij een uitzondering op de hoofdregel luidt het antwoord op deze vraag ‘nee’. De wet bepaalt namelijk dat als de samenwoning langer dan vijf jaar duurt, de eis van het notarieel samenlevingscontract vervalt. Een kort voorbeeld:

Piet en Marie hebben elkaar na het overlijden van hun partner leren kennen. Zij zijn allebei bijna 80 jaar oud en hebben ieder € 80.000 spaargeld. Ze hebben geen notarieel samenlevingscontract, maar wonen al bijna 15 jaar samen. Piet heeft in zijn testament bepaald dat Marie alles van hem erft. Als Piet overlijdt, verkrijgt Marie dus € 80.000. Ze voldoen niet aan de voorwaarde voor de partnervrijstelling omdat ze geen samenlevingscontract hebben. Omdat ze langer dan vijf jaar samenwonen geldt de uitzondering en krijgt Marie toch de partnervrijstelling. Ze kan belastingvrij van Piet erven.

Het wordt complexer als er meerdere mensen op één adres wonen. We spreken dan van een meerrelatie. Laat ik het voorbeeld verder uitwerken.

Als Piet en Marie enkele jaren samenwonen wordt Wim – de broer van Piet – ziek. Hij kan niet meer zelfstandig wonen. Wim heeft een luxe ruime woonboerderij op een prachtige locatie. De boerderij is € 500.000 waard.  Piet en Marie besluiten bij Wim in te trekken en voor hem te zorgen. Na acht jaar samenwonen overlijdt Wim. In zijn testament staat dat Piet de boerderij erft. Piet kan als partner van Wim kwalificeren. Hij voldoet aan alle eisen, behalve aan de eis van het notarieel samenlevingscontract. Gelukkig heeft hij eerder in deze bijdrage gelezen dat er een uitzondering geldt. Als je langer dan vijf jaar samenwoont, geldt de vrijstelling toch. Ook al heb je geen contract. Toch moet ik Piet teleurstellen. Als er sprake is van meerdere personen die als partner kunnen kwalificeren, dan moet je een samenlevingscontract hebben. Piet zou ook partner van Marie kunnen zijn. Piet had dus een samenlevingscontract moeten sluiten.

De vraag is alleen met wie hij het contract had moeten sluiten. Met zijn partner Marie, zodat hij haar spaargeld van € 80.000 belastingvrij kan ontvangen. Of had hij moeten kiezen voor zijn broer Wim? Dan had hij de woonboerderij belastingvrij ontvangen. Nu betaalt hij iets meer dan € 160.000 erfbelasting.  Misschien kan hij bij Marie een lening treffen?

Gebaseerd op Rechtbank Gelderland van 13 april 2018