Bij verkoop van een bedrijfsmiddel met boekwinst betaal je belasting over die boekwinst.
De belastingheffing kun je uitstellen door een herinvesteringsreserve (HIR) te vormen.
In de praktijk merk ik dat ondernemers na een tijd uitstel weer meer gaan investeren. Een mooi moment om nog eens bij stil te staan bij de toepassing van de HIR. In deze column ga ik in op de (strikte) voorwaarden voor het vormen van een HIR en de verruimde toepassing op grond van het arrest van de Hoge Raad van september vorig jaar.
Hoofdlijnen HIR
Een belastingplichtige kan een HIR vormen als hij een bedrijfsmiddel verkoopt en daarbij een boekwinst realiseert. Door het vormen van een HIR wordt de belastingheffing over de boekwinst uitgesteld en uitgesmeerd over de afschrijvingstermijnen van het vervangende bedrijfsmiddel.
Voor het vormen van een HIR moet de belastingplichtige wel een concreet voornemen hebben het bedrijfsmiddel binnen drie jaar na de verkoop van het oude bedrijfsmiddel te vervangen.
De HIR kan vervolgens afgeboekt worden op de aanschafwaarde van het vervangende bedrijfsmiddel. Daarbij gelden voor verschillende soorten bedrijfsmiddelen (af te schrijven in meer of minder dan 10 jaar) verschillende voorwaarden en mogelijkheden.
Verruiming
Lang was de gedachte in de fiscale wereld dat het niet mogelijk was een HIR te vormen voor een fiscale winstcorrectie op de verkoop van een bedrijfsmiddel. Stel dat een BV een pand met een waarde van € 500.000 voor de prijs van € 200.000 aan de aandeelhouder verkoopt, waarbij de boekwaarde € 100.000 is. Het verschil van € 300.000 is dan een uitdeling aan de aandeelhouder. Die uitdeling leidt tot een winstcorrectie van € 300.000 bij de BV.
De Hoge Raad heeft op 16 september 2016 geoordeeld dat de BV voor de totale boekwinst (inclusief de winstcorrectie van € 300.000 in het voorbeeld) een HIR mag vormen. De Hoge Raad komt hierbij terug op een eerder arrest uit 1970. Met het arrest van vorig jaar hebben ondernemers meer mogelijkheden om de belastingheffing over de boekwinst op een bedrijfsmiddel uit te stellen.
Strikte voorwaarden
Eén van de voorwaarden voor het vormen van een HIR, is dat de belastingplichtige een vervangingsvoornemen heeft. Dat vervangingsvoornemen moet concreet zijn. De Belastingdienst en ook de rechter gaan hier strikt mee om. Een begeleidende brief bij de aangifte dat de directie bij vragen van de Belastingdienst het vervangingsvoornemen aan moet kunnen tonen is dan zeker niet voldoende.
Conclusie
De HIR is een mooi fiscaal instrument om belasting over de boekwinst van een bedrijfsmiddel uit te stellen. Naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad van september vorig jaar, is de HIR nog breder in te zetten. Het vormen van een HIR en het afboeken op een nieuw bedrijfsmiddel blijft wel aan strikte voorwaarden gebonden. Zoals bijvoorbeeld blijkt uit een (straf!) procedure uit 2012 moet je die voorwaarden ook als adviseur zeker niet te licht opvatten!