Sinds jaar en dag is binnen de fiscale advieswereld bekend dat een ondernemer de kosten van een huurwoning in aftrek mag brengen als hij de woning ook deels zakelijk gebruikt. In deze column ga ik in op het tumult dat de afgelopen tijd over deze aftrekpost is ontstaan.

Aanleiding
Op 12 augustus 2016 heeft de Hoge Raad een arrest gewezen over de aftrek van kosten van een huurwoning. Het ging in die procedure over de vraag of een huurrecht een bedrijfsmiddel is dat een ondernemer tot zijn ondernemingsvermogen kan rekenen. De Hoge Raad is van oordeel dat dat het geval is. Dat betekent dat als een ondernemer zijn gehuurde woning voor meer dan 10% zakelijk gebruikt, hij de kosten kan aftrekken. Voor het privé gebruik van de woning maakt hij vervolgens een correctie. Tot zover niets nieuws onder de zon.

Reactie staatssecretaris
Een kleine week na publicatie van het arrest van de Hoge Raad reageerde de staatssecretaris dat hij geen aanleiding zag de wet aan te passen. Omdat het slechts ging om een bevestiging van oude rechtsspraak had ik ook geen andere reactie verwacht.

Kamervragen
Het arrest van de Hoge Raad en de reactie van de staatssecretaris daarop is voor een aantal politici blijkbaar toch aanleiding geweest om op 22 augustus 2016 Kamervragen te stellen.
Op 25 oktober 2016 heeft de staatssecretaris de Kamervragen beantwoord. Geheel tegen, in ieder geval mijn, verwachting in, kondigt hij in de beantwoording aan dat hij de wet met ingang van 1 januari 2017 gaat aanpassen. De reden is dat hij  het verschil in behandeling van ondernemers met een koopwoning en ondernemers met een huurwoning te groot vindt. Hij zal voor de wetswijziging het Belastingplan 2017 aanvullen met een derde nota van wijziging. Ik vind het opmerkelijk dat binnen twee maanden tijd er een dusdanig verschil in inzicht is ontstaan op het ministerie.

Cliffhanger
De staatssecretaris kondigt overigens tegelijk aan dat hij de opbrengst van de wetswijziging gaat aanwenden om de aftrek van bepaalde gemengde kosten voor ondernemers en resultaatgenieters te verruimen. Ik wacht de derde nota van wijziging en de behandeling in de Tweede Kamer vol spanning af!